“Ik heb hier geen tijd voor.” Waarom je hier als leidinggevende best naar luistert.

Tijd is een schaars luxegoed geworden in veel organisaties. Alles moet snel gaan, medewerkers moeten heel wat bordjes tegelijk draaiende houden, prioriteiten worden steeds dwingender, …

Die tijdsdruk kan in tijden van verandering een belangrijke bron van weerstand tegen verandering zijn. In dit artikel beschrijven we hoe het tijdsaspect in jouw change management aanpak een belangrijke rol speelt.

ZE WILLEN GEWOON NIET

Je zal het waarschijnlijk al wel eens mee gemaakt hebben, mensen die als eerste reactie op je verandering roepen: ‘Hier heb ik geen tijd voor!’. Anderen zullen misschien niets zeggen, maar je merkt dat afgesproken deadlines schuiven en afspraken niet gehaald worden. Misschien heb je jou op zo’n moment als leidinggevende al de bedenking gemaakt dat de persoon in kwestie tegen de verandering is; dat hij/zij weerstand heeft voor wat jij/de organisatie wil realiseren.

Maar toont die persoon echt weerstand, of moet de oorzaak ergens anders gezocht worden? In hoeverre speelt tijd werkelijk een rol? Om dat te begrijpen moeten we kijken naar de werking van ons werkgeheugen en hoe die wordt ingezet.

WE ZIJN BEPERKT IN WAT WE KUNNEN

Zoals zoveel dingen, is ook de capaciteit van ons werkgeheugen beperkt… Algemeen gesproken wordt die capaciteit toegewezen aan 3 types van taken: een deel van de capaciteit wordt gebruikt voor het verwerken van alle informatie die van onze zintuigen komt (wat ik zie, wat ik ruik, wat ik voel), een tweede deel wordt gebruikt voor het uitvoeren van de taak waarmee we bezig zijn (het beantwoorden van een email, het manipuleren van een machine, het invullen van een orderboek, het bijwonen van een vergadering, …). De werkgeheugencapaciteit die rest is beschikbaar voor het lange termijn leren en het veranderen van gedrag (Figuur 1a).

En nu komt de kat op de koord … wanneer een medewerker tijdens zijn ‘normale’ dagelijkse werk (de vele bordjes die hij of zij in de lucht moet houden) continu alle beschikbare werkgeheugencapaciteit gebruikt, dan rest er niets om zich dat nieuwe gedrag, die nieuwe manier van werken eigen te maken (Figuur 1b).

De verandering (en de verwachtingen die ermee gepaard gaan) worden met andere woorden gekapt in een overvolle emmer met als resultaat, dat de emmer gewoon overloopt en er niets gebeurt. Als leidinggevende interpreteer je die inactiviteit misschien als weerstand terwijl deze mogelijk gerelateerd is aan de hoeveelheid beschikbare tijd, of het gebrek eraan.

TIP! Nieuwe manieren van werken, nieuwe manieren van denken, vragen capaciteit van ons brein. Door tijd te maken, maken we ook breincapaciteit vrij. Doe dus zeker de check of jouw medewerkers voldoende tijd ter beschikking krijgen om zich aan te passen aan de gewijzigde verwachtingen.

Interesse in meer tips rond weerstand? Misschien vind je dit artikel ook interessant.

Neem contact op